De Zwitserse connectie

De Ploeg Nieuw Licht

Vroeg in 1920 wordt Jan Wiegers, een van de oprichters van De Ploeg, geveld door een longziekte. Zijn Ploegmaten komen meteen in actie: ze zamelen geld in waardoor Wiegers een jaar kan kuren in het Zwitserse Davos. De ‘kwastenbende’ redt hem daarmee van een ‘zekere dood’, zoals Hendrik Nicolaas Werkman schrijft. De praktische steun van de leden van De Ploeg aan een ziek medelid heeft verstrekkende gevolgen. Al snel mag Wiegers het sanatorium in Davos verlaten. Hij verhuist naar het nabijgelegen dorpje Frauenkirch, waar hij vlakbij Ernst Ludwig Kirchner gaat wonen. Kirchner was aan het begin van de twintigste eeuw in Berlijn een van de oprichters geweest van de expressionistische kunstenaarsgroep Brücke. De kunstenaars van de Brücke gebruiken felle kleuren en indringende vervormingen om het moderne levensgevoel uit te drukken. Kirchner is een veelzijdig kunstenaar die niet alleen schildert, maar ook prentkunstenaar en beeldhouwer is. Hij laat Wiegers kennismaken met de experimentele technieken die hij de voorgaande decennia op al deze gebieden heeft ontwikkeld. Wanneer Wiegers in 1921 terugkeert naar Groningen, inspireert hij onmiddellijk veel van zijn mede-Ploegleden met zijn nieuwe vaardigheden en enthousiasme. ‘De ceremoniemeester heeft het spel laten beginnen – De vreugde afgekondigd’, zoals Job Hansen niet veel later zal schrijven. Er breekt een periode aan van ongebreidelde experimenteerlust die zich uit in vernieuwingen in techniek, stijl en motief. Alle vooruitstrevende leden worden erin meegezogen De expressionistische stadsgezichten, landschappen en portretten die tegenwoordig het beeld van De Ploeg bepalen, zijn daarvan het resultaat.