Werkman en de druksels

Werkman, die als schilder lid wordt van De Ploeg, zal altijd blijven schilderen. In 1923 begint hij ook de mogelijkheden van het gereedschap in zijn drukkerij te verkennen, zowel voor de grensverleggende typografie in zijn tijdschrift The Next Call, als voor prenten, die hij druksels noemt. Vanaf 1925 exposeert hij ze soms als ‘typografische composities’ op Ploeg-tentoonstellingen. In het begin gebruikt hij daarvoor een drukpers: een negentiende-eeuwse kniehevelpers die hij in 1912 had aangeschaft als proefpers voor zijn drukkerij. In de jaren dertig verruilt hij de pers voor de handrol en sjablonen. In steeds weer nieuwe technieken drukt hij honderden abstracte en figuratieve voorstellingen. De meeste druksels zijn unica, maar soms drukt hij kleine oplagen, al is zijn werkwijze daarvoor eigenlijk niet geschikt en in ieder geval veel te tijdrovend voor de handelsdrukker die hij was en bleef. Zo is elk druksel een daad van artistiek protest tegen zakelijkheid en winstbejag.