Op zoek naar geestverwanten

Niet alle Ploegleden hebben affiniteit met het expressionisme. Sommigen experimenteren met abstractie in schilderkunst en grafiek. Een aantal van deze geestverwanten, Wobbe Alkema, Jan van der Zee en Johan Faber, sticht in 1923 onder de naam AVAR een reclamebureau en gemeenschappelijk atelier. Alkema zoekt ook contact met abstracte kunstenaars in België. Hendrik Nicolaas Werkman begint in dezelfde periode met het maken van abstraherende druksels en het uitgeven van zijn tijdschrift, The Next Call, dat hij uitwisselt met andere avant-gardistische tijdschriften in binnen- en buitenland. Ook deze kunstenaars combineren het vrije kunstenaarschap met het ontwerpen en vervaardigen van toegepast werk. De AVAR kunstenaars ontwerpen reclame, en Alkema werkt daarnaast bij een architectenbureau en als meubelontwerper, terwijl Werkman (weliswaar met moeite) zijn handelsdrukkerij gaande houdt. Dat kunstenaars op zo veel fronten tegelijk werkzaam zijn, is niet alleen een kwestie van economische noodzaak, maar hangt ook samen met een visie op de rol van de kunstenaar in de maatschappij. Kunst hoort een plaats te hebben in het dagelijks leven, zowel bij welgestelde verzamelaars en opdrachtgevers als in eenvoudige huurwoningen. De samensmelting van kunst en praktische functionaliteit komt het duidelijkst tot uitdrukking in het werk van de architecten leden van De Ploeg. Van alle Ploegleden houden zij zich misschien wel het best op de hoogte van de ontwikkelingen op hun vakgebied in binnen- en buitenland. Zo heeft Evert van Linge vanaf het eerste nummer een abonnement op het toonaangevende Amsterdamse kunst- en architectuurmaandblad Wendingen.