Blauwe kar bij Blauwborgje

Het werk stelt een boerenkar voor op het erf van Blauwborgje, een streekje met twee boerderijen bij het Reitdiep ten noorden van de stad Groningen. Het sprankelende blauw van de kar steekt af tegen de ingetogen kleuren van de omgeving. De winterse kale bomen, het kalme palet en de rustige penseelvoering geven aan dat het schilderij vroeg in 1923 geschilderd moet zijn. Niet veel later datzelfde jaar begint Altink een ferme toets en hevige kleurcontrasten te gebruiken die hem tot een van de expressionistische grootmeesters van de Groningse landschapsschilderkunst zullen maken.