Wiegers terug in Groningen

Nog voordat Jan Wiegers met Pasen 1921 is teruggekeerd uit Zwitserland, stuurt hij Hooiers en meer dan tien andere werken in naar de grote tentoonstelling van De Ploeg in maart 1921. Voor het Groningse publiek en de kunstenaars van De Ploeg is het een aankondiging van de vernieuwingen waarvan Wiegers zich intussen heeft meester gemaakt: het gebruik van complementaire kleuren, de vrije penseelstreek en de toepassing van nieuwe materialen. Olieverf die is aangelengd met benzine en vermengd met bijenwas, vaak kortweg ‘wasverf’ genoemd, leent zich uitstekend om snel mee te werken en vervliegende stemmingen te vangen. Bij andere Ploegleden vindt niet zo’n abrupte en complete omslag plaats als bij Wiegers zelf, maar ze beginnen Groningen wel door een expressionistische bril te bekijken. In hun krachtige en gedurfde uitzichten over de besneeuwde stad blijkt het topje van de Hondsrug dezelfde dramatiek te bezitten als de bergpieken van de Alpen.


