Vrouwen bij De Ploeg

Vrouwen komen als onderwerp vaak genoeg voor in het werk van kunstenaars van De Ploeg, maar het aantal vrouwelijke leden blijft voor de oorlog beperkt. Meteen tijdens de oprichtingsvergadering besluiten de zeven aanwezige mannen dat vrouwen ook welkom zullen zijn, want ‘deze kunnen we natuurlijk slecht weigeren.’ Dat is vermoedelijk onhartelijker geformuleerd dan de bedoeling was. Vrouwen zitten juist in Groningen al vanaf de negentiende eeuw in commissies en besturen en worden ook al decennialang toegelaten tot Academie Minerva. Het zou ondenkbaar zijn dat ze geen lid konden worden van de kunstkring. De weinige vrouwen die zich aanmelden, trekken zich om verschillende redenen in de loop van de jaren twintig terug. Niet dat ze niet serieus worden genomen: twee van hen, Alida Pott en Koba Plaat, worden al in mei 1919 in het bestuur gekozen, Pott als secretaris, Plaat als penningmeester. Zoiets is in deze periode bij Nederlandse kunstenaarsverenigingen nog uitzonderlijk.