Groningse schilders
en de Haagse School

Kunstenaars uit Groningen waren aan het eind van de negentiende eeuw beroemd in het hele land en zelfs daarbuiten. De monumentale zeegezichten van Hendrik Willem Mesdag en de voorstellingen van het harde leven van eenvoudige vissers van Jozef Israëls waren buitengewoon populair. Ook de stemmige landschappen van Taco Mesdag, Geesje Mesdag-van Calcar en Sientje Mesdag-van Houten werden gewaardeerd, net als de dierenportretten van Otto Eerelman. De meesten van deze schilders waren afkomstig uit welgestelde Groningse families die de ambities van hun zonen en dochters ondersteunden. Omdat de mogelijkheden tot artistieke uitwisseling hier echter beperkt waren, trokken ze naar elders. Zo werd een aantal Groningers prominent binnen de Haagse School. In 1903 schonk Geesje Mesdag-van Calcar, de weduwe van Taco Mesdag, hun beider kunstverzameling aan het museum. Zo was het werk van dit lokale talent, dat in Groningen niet meteen aansloeg, wel vroeg permanent in het Groninger Museum te zien.





