Klaterende kleurenkunst

De ‘Exposition du congres’ die De Ploeg in september 1926 in de eigen zalen in het Prinsenhof organiseert, is een daad van protest. Op hetzelfde moment vindt bij het Kunstlievend Genootschap Pictura aan de Grote Markt namelijk een expositie plaats met werken uit Gronings particulier bezit ter gelegenheid van het grote internationale psychologencongres van de Rijksuniversiteit. Tegenover de gevestigde namen bij Pictura zetten de Ploegleden hun ‘klaterende kleurenkunst’ (zoals een recensent schrijft). Vier van de oprichters van de kunstkring, Jan Altink, Johan Dijkstra, George Martens en Jan Wiegers, behoren in deze jaren tot de voorhoedespelers van De Ploeg. Dat aan De Ploeg ‘niets hypermoderns vreemd is’ (aldus dezelfde recensent) wordt ook uitgedrukt in het affiche van H.N. Werkman op de poort van het Prinsenhof. De zwarte letters en rode vormen hebben zich letterlijk losgemaakt van de typografische regels en conventies. In taal en vorm tonen ze de verwantschap van de kunstkring met internationale kunstbewegingen.