Het Groningse landschap als thema

De kunstenaars van De Ploeg tekenen en schilderen vanaf de oprichting van de kunstkring buiten. Al tijdens hun opleiding aan Academie Minerva had hun leraar F.H. Bach dat gestimuleerd. Eerst werken ze vooral in de bosrijke omgeving ten zuiden van de stad. Na de terugkeer van Jan Wiegers trekken ze juist naar de velden en akkers aan de noordkant. De gele korenvelden, groene bomen, rode bakstenen boerderijen en blauwe luchten blijken uitstekende onderwerpen te zijn voor hun nieuwe, contrastrijke kleurgebruik. Soms kleurt de hemel roze of geel, of een met steenslag verharde weg oranje. Opvallend vaak hebben de landschappen een staand formaat, waarin de aarde meer ruimte inneemt dan de lucht door de hoge horizon. In de typische Groningse landschapsschilderkunst uit deze jaren probeert niemand diepte te suggereren. De wegschietende lijnen van sloten, diepen en wegen slepen het oog eerder omhoog, naar een klein reepje hemel.