Artistieke diversiteit

In februari 1919 organiseert De Ploeg zijn eerste tentoonstelling. Meer dan honderd werken van twintig leden hangen in de twee zalen van het Kunstlievend Genootschap Pictura in het Groninger Museum. In de plaatselijke kranten verschijnen gunstige recensies. Verschillende critici merken op dat de leden van de jonge vereniging geen artistieke eenheid laten zien. Enerzijds is er ‘echt Hollandsch’, ‘conventioneel’ werk – en dat is bedoeld als compliment. Tot die ‘conventionele’ kunstenaars behoort Willem Frederik Reinders, die met acht schilderijen vertegenwoordigd is: ‘Hoe stil devoot is zijn “winter”. Dat is een der “kunst”-werkjes op deze expositie!’ schrijft een van de critici goedkeurend. Anderzijds springt het werk van kunstenaars als Jan Wiegers in het oog, die het etiket ‘Groningen’s meest moderne schilder’ krijgt. De interesse voor nieuwe stromingen blijft echter nog ingetogen, zo wordt de Groningse krantenlezers verzekerd, ‘het is toch gelukkig slechts bij aanduidingen gebleven en niet in excessen verloopen’.