Een meisje, middenin het beeldvlak, staat licht gebogen bij een waterpomp. De ene hand van het meisje rust op de hendel van de pomp en in haar andere heeft ze een metalen kan. Ze houdt de kan scheef, alsof ze op het punt staat hem te vullen. Het meisje kijkt echter niet naar wat ze doet, maar staart in het niets. Haar lange, licht krullende, blonde haren vallen over haar rug. De kledij die ze draagt is simpel; het meest opvallend zijn haar felrode hesje en blauwgroene hoofddracht. Ter hoogte van haar knie hangt een beugeltasje. Tussen de pomp en het meisje door zijn op de achtergrond twee duiven te zien. Nog meer naar achteren staan in lichtgroen gras jonge bomen tegen een houten pergola. Links en rechts tekenen zich twee gebouwen af. Het werk is prominent rechts in het beeld gesigneerd.
Maris, Matthijs
Een meisje, middenin het beeldvlak, staat licht gebogen bij een waterpomp. De ene hand van het meisje rust op de hendel van de pomp en in haar andere heeft ze een metalen kan. Ze houdt de kan scheef, alsof ze op het punt staat hem te vullen. Het meisje kijkt echter niet naar wat ze doet, maar staart in het niets. Haar lange, licht krullende, blonde haren vallen over haar rug. De kledij die ze draagt is simpel; het meest opvallend zijn haar felrode hesje en blauwgroene hoofddracht. Ter hoogte van haar knie hangt een beugeltasje. Tussen de pomp en het meisje door zijn op de achtergrond twee duiven te zien. Nog meer naar achteren staan in lichtgroen gras jonge bomen tegen een houten pergola. Links en rechts tekenen zich twee gebouwen af. Het werk is prominent rechts in het beeld gesigneerd.