Bevrijding van Andromeda
Collenius, Hermannus


Links op een rots, bedekt met een draperie, zit een jonge vrouw, Andromeda. Zij is slechts gekleed in de slippen van een doek die om haar linkerarm en over haar rechterbovenbeen is geslagen. Voor haar staat Perseus, een jongeman in krijgsmanuitrusting, met een gepluimde helm op het hoofd en het lege gevest aan de zijde. Op de grond ligt zijn schild met de medusakop, daaronder zijn zwaard. Hij grijpt met beide handen de ketting waarmee Andromeda aan de rots geklonken is. De beide ouders van Andromeda, de Ethiopische koning en koningin, staan achter haar. Achter hen bevinden zich twee dienaressen, boven hen in de lucht zweeft een aantal vrouwenfiguren die deels juichende gebaren maken. Links op de voorgrond aan het water zit een vrouw met een kruik, een stroomgodin. Rechts in het water staan twee kleine kinderfiguren, één met een tritonschelp, één met een panfluit. Achter hen in het water is nog net de opengesperde muil van een monster te zien. Rechts op de achtergrond galoppeert het paard van Perseus, de gevleugelde Pegasus, op een open vlakte.