Vogel

Appel, Karel

Vogel is kenmerkend voor de jaren 1950 en '51 waarin Appel een bewust componerende schildertrant hanteert. In die jaren ontstaat een reeks van schilderijen waarop dierfiguren - katten, vogels, fabeldieren - voorkomen. De schilderijen zijn weloverwogen opgebouwd. In de a-traditionele en ongebonden schilderwijze schuilt een oprechte verheerlijking van de schilderkunst als ambachtelijke bezigheid. De schildersdrift blijkt zich te voegen naar de materie waarmee wordt gewerkt. De kleurnotities, opgebracht naar ingevingen van het ogenblik, tonen een onderlinge samenhang in het voltooide schilderij. De compositie blijkt doorwerkt te zijn tot in detail.

Meer informatie