Bokkingen

Robertson, Suze

Twee bokkingen aan een touwtje, dat vond men in de tijd van Suze Robertson maar niks. Dat was toch geen verheven onderwerp? Statige portretten, historische gebeurtenissen, kerkinterieurs, alles wat het volk kon verheffen. Maar bokkingen? Armenvoedsel? ‘Harinkie, bokkinkie, spierinkie’, weerklonk het in de achterbuurten van de grote steden, als de haringkar langskwam. Suze Robertson schilderde het doodgewone en alledaagse. De arbeidersklasse, werkende boerinnen, de harde strijd om het bestaan. Bij een onderwerp moet je iets voelen, vond ze. De wereld was geen mooi plaatje. Toch kwam ze niet uit buurten waar spiering en bokking de goedkoopst betaalde vis waren. Ze groeide op in Wassenaar, op een kostschool voor meisjes van de beschaafde stand. En ze vond dat ze bepaald niet begaafd was. Haar talent diende ze te verdienen door hard te werken. Zo liet ze zich in 1874 inschrijven bij de Akademie van Beeldende Kunsten in Den Haag.

Meer informatie