Aanbidding der Koningen

Op deze betrekkelijk grote olieverfschets met de Aanbidding der koningen vormen Maria en Jozef het linkerdeel van de compositie. Maria toont het Christuskind aan de geknielde koning, die zijn zwaard heeft afgelegd en wiens mantel wordt opgehouden door een kleurig uitgedoste knaap. De twee andere koningen staan rechts achter hem. Opmerkelijk is dat Rubens er voor koos om een zwarte man (Balthasar) te schilderen als centrale personage in de compositie - iets wat in die tijd erg uitzonderlijk was. De voorstelling wordt aan de rechterzijde afgesloten door twee gespierde dragers. Geheel rechtsboven is de kop van een paard en een kameel voorgesteld. Rubens heeft de scène bij nacht voorgesteld. Achter de hoofdrolspelers staat een groot aantal figuren, sommige met brandende toortsen. Hun fakkels fungeren als lichtbron en verlichten de scène op feeërieke wijze. Het stralend middelpunt van het geheel is het Christuskind. Rubens heeft tijdens het schilderen verschillende veranderingen aangebracht. Zo is een figuur boven het Christuskind weggeschilderd. Zijn hand en fakkel zijn echter blijven staan en zweeft nu in de ruimte. Het werk is met grote vaart en uiterst trefzeker uitgevoerd. In het kleurgebruik overheersen geel, oker en donkerblauw, met de rode mantel van de rechter koning als belangrijk rood accent.